Kinderen kunnen veel vragen stellen. Dat doen ze omdat ze willen leren of willen weten wat de zin is van bepaalde dingen die in onze ogen heel normaal zijn. Soms kan een antwoord duidelijkheid verschaffen en soms niet. Kinderen die veel en diep over dingen nadenken komen wel eens met de vraag ‘waarom leef ik eigenlijk’. Het is belangrijk om als ouder aan te voelen in welke context deze vraag wordt gesteld. Ik schrijf deze blog omdat ouders nog wel eens kunnen schrikken als hun kind vragen stelt over het leven en de dood. Ik krijg regelmatig de vraag van ouders: ‘ wat moet ik daarop antwoorden’ of ‘waarom zegt mijn dochter van vijf dat ze het leven niet leuk vindt, ik weet niet wat ik daar mee moet’. Hieronder de eerste blog in een reeks van drie over dit onderwerp.
Iris is een zesjarig meisje, ze is de middelste uit een gezin van drie kinderen. Vader heeft een drukke baan als huisarts, moeder werkt part-time als intern begeleidster op een basisschool. Iris is anders dan de andere twee kinderen vertellen haar ouders. Ze heeft altijd moeite gehad met slapen en vraagt veel aandacht. Ze heeft veel fantasie, speelt niet graag alleen en hecht enorm aan haar knuffels en poppen. Een van haar knuffels gaat altijd in haar tas mee naar school, volgens Iris kan deze knuffel niet goed alleen zijn, als hij alleen is wordt hij verdrietig. Haar ouders maken zich zorgen omdat ze de laatste tijd veel vragen stelt over het leven en de dood. Iris vraagt regelmatig ‘ waarom leef ik eigenlijk, soms is het leven niet leuk’. Soms moet ze erom huilen en dan weet ze niet waarom.
Ik zie Iris samen met haar moeder in de praktijk. Als ik Iris observeer zie ik een meisje dat veel opneemt en oog heeft voor detail. Ze is nieuwsgierig en erg geïnteresseerd in alle attributen in de praktijk. Alles wordt waargenomen. Als ik in de tussentijd met moeder praat, krijgt ze alles mee terwijl ze met edelsteentjes aan het spelen is. Ze corrigeert moeder zelfs als iets in haar ogen niet klopt in het verhaal. Op de mat ligt tekenmateriaal en Iris vraagt of ze mag tekenen, mama moet bij haar komen zitten.
Iris tekent een regenboog met drie mensen eronder. Boven op de regenboog tekent ze een liggend mens. Ze legt de tekening voor mama neer en zegt: ‘ kijk, dat ben jij en tante Micha en opa, die zijn allemaal verdrietig. Ik zie moeder wat verkrampen en de tranen schieten in haar ogen. Ik vraag wie de persoon is boven op de regenboog. ‘ Dat is oma’, zegt Iris, ‘oma is dood’. Iris pakt vier edelsteentjes die ik op de mat heb liggen en legt bij iedereen een steentje neer. Moeder is zichtbaar geëmotioneerd en kijkt mij vragend aan. Ik vraag haar wanneer haar moeder is gestorven. Moeder geeft aan dat ze zeven jaar geleden na een kort ziekbed is gestorven. Ze was toen net in verwachting van Iris. Ze heeft haar moeder in die tijd vreselijk gemist en mist haar nog steeds.
Terwijl moeder mij dit vertelt speelt Iris met de steentjes. De steentjes praten met elkaar en vertellen elkaar hoe verdrietig ze zijn. Met het steentje van oma vertelt ze: “je hoeft niet verdrietig te zijn. Ik ben bij de regenboog en ik kan jullie allemaal zien”. Iris pakt een geel potlood en tekent de zon onder de regenboog met stralen naar de drie mensen eronder. ‘Zo’, zegt ze, ‘nu is het weer goed’. Iris reageert niet op de emotie van moeder. Ze kijkt mij aan en vraagt of ze met de playmobile mag spelen.
Terwijl Iris aan het spelen is vraag ik moeder of ze volledig de tijd heeft genomen om te rouwen. Dat was niet het geval. Moeder draagt nog veel verdriet van het verlies en kan haar moeder niet loslaten. Ik vertel moeder dat Iris dit voelt en dat ze via de tekening duidelijk heeft kunnen maken waarom ze vragen heeft over het leven en de dood. Eigenlijk zijn het de vragen van moeder zelf die Iris spiegelt in haar gedrag.
Moeder komt een tweede sessie terug om ruimte voor zichzelf te maken zodat ze het verdriet rond het verlies van haar moeder langsaam kan loslaten.
In deze casus spiegelt het kind de moeder die nog worstelt met verlies van een dierbare. Dit verdriet kan heel diep zitten. Kinderen kunnen dit voelen en gaan dit verdriet in hun gedrag spiegelen. Dit gebeurt onbewust.
Nadat moeder haar verdriet onder ogen durfde te komen kon Iris haar vragen en verdriet loslaten.